SV | Toen zond de koning heen, om den priester Achimelech, den zoon van Ahitub, te roepen, en zijns vaders ganse huis, de priesters, die te Nob waren; en zij kwamen allen tot den koning. |
WLC | וַיִּשְׁלַ֣ח הַמֶּ֡לֶךְ לִקְרֹא֩ אֶת־אֲחִימֶ֨לֶךְ בֶּן־אֲחִיט֜וּב הַכֹּהֵ֗ן וְאֵ֨ת כָּל־בֵּ֥ית אָבִ֛יו הַכֹּהֲנִ֖ים אֲשֶׁ֣ר בְּנֹ֑ב וַיָּבֹ֥אוּ כֻלָּ֖ם אֶל־הַמֶּֽלֶךְ׃ ס |
Trans. | wayyišəlaḥ hammeleḵə liqərō’ ’eṯ-’ăḥîmeleḵə ben-’ăḥîṭûḇ hakōhēn wə’ēṯ kāl-bêṯ ’āḇîw hakōhănîm ’ăšer bənōḇ wayyāḇō’û ḵullām ’el-hammeleḵə: |
Toen zond de koning heen, om den priester Achimelech, den zoon van Ahitub, te roepen, en zijns vaders ganse huis, de priesters, die te Nob waren; en zij kwamen allen tot den koning.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen zond de koning heen, om den priester Achimelech, den zoon van Ahitub, te roepen, en zijns vaders ganse huis, de priesters, die te Nob waren; en zij kwamen allen tot den koning.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!